Struisvogelpolitiek. Daar zijn we in Nederland goed in. De Nederlandse overheid heeft in 2010 het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer opgeheven. Inmiddels zijn we 10 jaar verder en verkeren we in een bouwcrisis, of liever gezegd een wooncrisis. In de afgelopen decennia is de woningvoorraad onvoldoende gestegen om inwoners te huisvesten, of het aantal inwoners van Nederland is harder gestegen dan de bouwsector kon (om)bouwen. U zegt het maar. Het moge duidelijk zijn dat veel Nederlanders moeite hebben met een woning vinden, of dat nou huur of koop betreft. En zelfs een vakantiewoning is nu lastig te vinden.

“1 miljoen woningen erbij tot 2030”

Feit is dat we in Nederland een bouwopgave hebben, want de bevolking stijgt en mensen willen graag ergens wonen. Tot 2030 zijn er een bijna een miljoen meer woningen nodig. De Rijksoverheid heeft een inventarisatie gedaan een een Nationale Woningbouwkaart opgesteld. Wat valt mij op? Volgens de plancapaciteit moet een half miljoen (500.000) woningen in Noord- en Zuid-Holland en Flevoland worden gebouwd, in de bestaande agglomeraties en in de provincies die het diepst onder N.A.P. liggen. En ja, ik weet dat dit ook de ‘veiligste’ provincies zijn waar de kans op een dijkdoorbraak geminimaliseerd is tot 1x in de 10.000 jaar.

Een nieuw dorp: op het laagste punt van Nederland

Het bericht van vorige week om een nieuw dorp te bouwen in de Zuidplaspolder, tussen Rotterdam, Gouda en Zoetermeer vind ik dan toch schrijnend. Op nog geen 5 kilometer afstand ligt het laagste punt van Nederland, met -6,76 meter in Nieuwerkerk aan den IJssel. Ook weten we allemaal dat de dreiging van water toeneemt en dat bodemdaling een groot probleem is voor laag gelegen gebieden en drooggemalen polders. De Horstermeerpolder in de gemeente Wijdemeren is daar, mede vanwege de veengrond, een voorbeeld voor. Mijn kortzichtige conclusie is dat de politiek wilt bouwen en niet verder kijkt dan 10 jaar.

Beste Nederland, hoe ziet ons land er over 100 tot 200 jaar uit?

Klik afbeelding om te vergroten.

Er is een visie nodig. Een taskforce, een kerngroep, expertteam of ministerie die wél naar de verre toekomst kijkt. Ik denk aan de jaren 50 en 60. De jaren waarin het huidige Nederland werd (her)opgebouwd en de politiek verder de toekomst in keek. De Eerste Nota Ruimte ging uit van het spreidingsbeleid. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) zit dankzij dit beleid nog altijd in Groningen en zorgt voor veel mensen voor werk- en inkomen. En hoe gaan we om met de vele krimpgemeenten? Laten we die aan hun lot over, of doen we vanuit de landelijke politiek op z’n minst nog moeite om deze gebieden in stand te houden en te reactiveren?

Kip en ei

Je merkt het al, ik ben voorstander van een spreidingsbeleid, waarin we kijken naar de toekomst over 100+ jaar. Is het de investering waard om nog onder N.A.P. te bouwen? Vast wel. Moeten we nog onder N.A.P, willen bouwen? Ik betwijfel het ten zeerste. Moeten we ons ervoor inzetten om krimpgebieden (lees: spreiding door ons land) te behouden? Jazeker. Biedt ons digitale tijdperk, c.q. thuiswerken, ook ruimtelijke kansen? Ja, absoluut!

De grote vraag is alleen: Wie gaat er woningen bouwen in gebieden waar geen werk is? Of wie gaat zijn bedrijf vestigen daar waar geen mensen wonen? Hier de taak van de overheid, van het Ministerie (voor Ruimtelijke Ordening), om met de juiste instrumenten en voorwaarden een gunstig woon- en werkklimaat te ontwikkelen en nieuwe gebieden met elkaar te verbinden. Wij zijn als Nederland (van origine) toch heer en meester in de ruimtelijke ordening?!

Wat nu?

Het is simpel, maar wie gaat het doen? Of zijn er al partijen die wél verder naar de toekomst kijken? Laten we in ieder geval starten met verder kijken dan de komende 1 (gemeenteraadsverkiezingen) tot 4 jaar. Dus Nederland, kom op! Niet meer onze koppen in het zand stoppen! Maak een visie en kijk een wat meer naar het oosten!

RickfromUtrecht